P’tit Beurre is een kwajongen, maar in tegenstelling tot andere kwajongens verstopt hij geen haring in je schoenen, schroeft hij het deksel van het zoutvaatje niet los en dipt hij je tandenborstel niet in azijn. Nee hoor, Pierre gebruikt zijn kwajongenstalent om stiekem een pakje koekjes in je jaszak te glippen of met een katapult een koekje door een open raam te mikken. En als je je medicijnkastje opentrekt en je wordt bedolven onder een lawine van heerlijk geurende boterkoekjes, weet je wie er in je badkamer is geweest. Meer goe-jongen dan kwa-jongen dus.